Ontstaan

Er bestond allang een samenwerking tussen de verschillende geloofsgemeenschappen in de huidige Elisabeth-parochie: Axel en Zuiddorpe hadden al jaren één pastoor; Hoek hing van Terneuzen af; Zandstraat hoorde bij Sas van Gent; sinds 1988 vormden Westdorpe, Philippine, Sas van Gent en Zandstraat een eenheid en in diezelfde tijd gingen Terneuzen en Sluiskil ook een samenwerkingsverband aan.

De pastores hadden regelmatig overleg in regioverband. Liturgiegroepen en lectoren namen rond 1975 gezamenlijk deel aan trainingen en de regionale vastenactie heeft al een traditie van meer dan dertig jaar. De caritasbesturen vergaderden ook minstens een paar keer per jaar gezamenlijk.

Groei naar een IPV

In 1994 verscheen er op aandringen van het bisdom Breda een rapport van het Kaski, waarin de toekomst van de parochies werd geschilderd: parochies zouden moeten opgeheven worden. Er werd een overkoepelende commissie opgericht bestaande uit ‘neutrale’ personen, dat wil zeggen: die geen directe band hadden met een bepaalde parochie uit de regio. Deze commissie moest een advies uitbrengen over wat er precies moest gebeuren.

Ongeveer tegelijkertijd begon een 'denktank', bestaande uit zeer betrokken parochianen en enkele pastores, te zoeken naar wegen om te behouden wat er was. Opheffing van parochies, sluiten van kerken was voorlopig geen doel. Fundamenteel werd gekozen tegen afbraak en voor het sterk maken van de plaatselijke geloofsgemeenschappen, die in onderlinge solidariteit vanuit de eigen situatie en met de eigen geschiedenis het geloof verder wilden ontwikkelen.

Er waren intussen drie duidelijke samenwerkingsverbanden: Terneuzen – Hoek – Sluiskil; Philippine – Zandstraat – Sas van Gent – Westdorpe verenigden zich in een personele unie; Axel en Zuiddorpe hadden al langer één pastoor en praktisch ook één kerkbestuur.

In 1997 werd de Inter Parochiële Vereniging Midden-Zeeuws-Vlaanderen opgericht (IPV). Een 'beleidsplangroep', die de taak kreeg samen met de penningmeesters van de parochies een conceptbeleidsplan 2000-plus op te stellen, wat mogelijkheden moest bieden om de bestaande geloofsgemeenschappen vitaal te houden en/of te maken. Dat zou alleen maar kunnen, zo was het idee, als men binnen afzienbare tijd tot één bestuur zou komen, dat niet alleen werkgever zou zijn van de in dienst zijnde pastores, maar ook alle materiële zaken zou beheren: de roerende en onroerende goederen zoals kerken, pastoraal centrum, pastorie, kerkhoven en andere bezittingen.

Groei naar een parochie

In september 2000 verscheen het 'Regioblad'. Het nam een voorschot op de toekomstige fusie. De titel 'Regioblad' was een werktitel van de te fuseren parochiebladen die bestonden en die al een eerbiedwaardige traditie hadden. In dat nummer sprak de voorzitter van de IPV zijn zorg uit over de weg naar de fusie. Zes werkgroepen waren actief om de fusie voor te bereiden, vele mensen waren erbij betrokken. Het ging erom zorgvuldig te werken en ieder in zijn waarde te laten.

Tegelijk moesten alle betrokkenen overtuigd zijn van de noodzaak van de fusie en van de nieuwe mogelijkheden, die er kwamen als de fusie eenmaal een feit zou zijn.
Vanaf 2001 was de fusie van de parochiebladen een feit. De werktitel werd de naam voor het nieuwe parochieblad. Het heet nog steeds 'Regioblad'. Intussen werd er hard doorgewerkt aan de fusie van de parochies. Er was een pastoraal beleidsplan 2000+ aangenomen, wat garanties moest bieden, dat de ingeslagen weg bij de fusie niet verlaten zou worden. Er werd een inventarisatie van de toestand van de gebouwen gemaakt om ‘lijken in de kast” te voorkomen. Daaruit bleek de grote financiële last, die de instandhouding van de gebouwen aan de nieuwe parochie zou opleggen. Dat was niet onbekend, maar nu stond het met cijfers onderbouwd op papier. De pastores maakten op een A4-tje een statuut, waarin de evangelische uitgangspunten bij elkaar werden gezet. Daarin kwam 'wat ons de afgelopen jaren bewoog' samen. Het was ook te vinden in het beleidsplan 2000+. 

Het pastorale team was inmiddels, na het vertrek en de pensionering van verschillende personen, weer op volle sterkte: vijf fulltimers. Hun namen: Miel Erpelinck, Marjan Dieleman-Fopma, Ad van Loveren, Niek van Waterschoot en Katrien Van de Wiele. Er werd een datum voor de fusie geprikt: 1 januari 2003, gelijk met de oprichting van de nieuwe burgerlijke gemeente Terneuzen. 

Voordat de aanvraag naar het bisdom de deur uit kon,  moest er eerst duidelijkheid zijn over de bestuursvorm. Er werd, uitgaande van het beleidsplan 2000+,  gekozen voor een zo’n democratisch mogelijke bestuursvorm: de parochievergadering moest het beleid bepalen. Van die parochievergadering zou uit iedere oude parochie één persoon deel uitmaken samen met de leden van het pastorale team. Het parochiebestuur moest het beleid uitvoeren. Het bisdom moest daar zijn goedkeuring aanhechten. Toen deze nieuwe bestuurlijke kogel eenmaal door de kerk was, konden bestuursleden aangezocht worden en kon een wedstrijd voor de naam van de nieuw op te richten parochie worden uitgeschreven. De voltallige vergadering van de IPV koos voor de naam Elisabeth-parochie.

Eind oktober 2002 werd de aanvraag voor de opheffing van de oude parochies en de oprichting van de nieuwe Elisabeth-parochie naar het bisdom verstuurd. Bij decreet van 16 december 2002 richtte de bisschop van Breda, mgr. dr. M. Muskens de Elisabeth-parochie gevestigd te Sluiskil per 1 januari 2003 op. Op 5 januari 2003 kwam de bisschop zelf naar de Emmaüskerk in Terneuzen om de oprichting van de Elisabeth-parochie in een feestelijke viering te bekrachtigen. We konden op weg naar 'Kerk kan anders'.