Regioblad -
5
Onderstaand verhaal schrijf ik vóór
halloween, vóór Allerheiligen. u leest het
ten vroegste rond 20 november, vlak voor
het begin van de Advent. Halloween moet je
volgens het correctieprogramma van Word
met een hoofdletter schrijven, maar dat heb
ik expres niet gedaan, omdat ik niets kan met
dit Amerikaanse gedoe.
Het schijnt, dat de winkels op dit moment
al vol staan met kerstspullen. Ik weet het
niet, want als ik in een winkel kom, dan
haast ik mij naar de boodschappen die ik
moet hebben, en maak dat ik weer wegkom.
Maar de kerst werpt zijn licht dus al een paar
maanden vooruit.
In de christelijke kerken vieren wij op 25
december de geboorte van Jezus. Het moet
nog maar eens gezegd: wij weten niet waar,
op welke dag en in welk jaar Jezus geboren is.
Is dat geen vloeken in de kerk? Dat lijkt het
wel, maar is het niet.
Want wij hebben de verhalen van lang
geleden, zelfs meer dan tweeduizend jaar
oud. Het heeft geen zin te zoeken naar het
‘waarheidsgehalte’ van die verhalen in de
zin van: is het echt gebeurd, berust het op
ware feiten, echte gebeurtenissen, bestaande
personen. Want dat kunnen we niet meer
achterhalen, dat weten wij dus niet.
Maar bij een verhaal speelt er heel wat anders,
wat veel belangrijker is: de
interactiviteit
.
Dat is een geleerd woord om de wederzijdse
beïnvloeding aan te geven van een gegeven
tekst (het verhaal) en de lezer. Een oude tekst
kan mij direct aanspreken. De eerste vraag
die gesteld moet worden is dus niet: is het
waar, maar wat zegt die tekst mij, en wat heb
ik te zeggen tot de tekst, wat kan ik er mee.
Over de geboorte van Jezus hebben alleen
Lucas en Mattheüs verhalen. In tegenstelling
tot de andere evangelisten, Marcus en
Johannes, beperken Lucas en Mattheüs hun
idee over wie Jezus was, hun christologie
dus, niet tot het dienstwerk en de verrijzenis
van Jezus. Maar zij betrekken er, als eerste
stadium, ook zijn geboorte en jeugd bij.
Zo komen zij tot een soort ‘drie-traps’
christologie. Door hun verhaal over de
manier waarop Jezus ontvangen is, maken zij
duidelijk, dat Jezus de Zoon van God en de
zoon van David is. Je moet je niet afvragen:
hoe kan dat, is het echt gebeurd? Het gaat
er niet om
hoe
die ontvangenis is gebeurd,
maar om
wie
wordt er ontvangen: de Zoon
van God en de zoon van David. Als je dat
gaat
zien
, dus als dit tot je overtuiging wordt,
dan kun je ook prima overweg met alle
kerststallen en kerstballen en zelfs met het
hele feestgedruis, wat er rond kerstmis over
ons heen komt: het gaat immers om geloof
in het aanbreken van een nieuwe, betere,
menselijker wereld. Om het aanbreken van
het licht, het aanbreken van de vrede, en dat
in een wereld, die nog steeds vol duisternis
is, en nog steeds vol oorlog met alle ellende
voor kinderen en vrouwen en mannen. Dat
is niet alleen op 25 december 2016 zo, maar
ook in 2017 en alle jaren daarna. Wij blijven
op zoek, blijven verlangen naar het licht,
bijna tegen beter weten in.
Als je het zo gaat zien, dan begrijp je ook,
dat op de eerste advent, 27 november,
gesproken wordt over ‘laat ons wandelen in
het licht van de Heer’, en de week daarna,
Sinterklaasavond, over een nieuwe twijg
aan de stronk van Isaï, de vader van koning
David. Het kind, dat geboren gaat worden
is van top tot teen vervuld van de goede
geest van God: één en al vrede. Het gaat
nog verder: in de derde week worden we
uitgenodigd de moed niet te verliezen en
niet bang te zijn, want er komt een nieuwe
tijd en komen doet die beslist: de tijd van
vrede voor alle mensen. Je ruikt dan al bijna
kerstmis. Het wordt dan ook hoog tijd
kerstliederen te gaan zingen, want mensen
moeten blijven dromen, haast tegen beter
weten in, van een goede tijd, die ook in onze
dagen mag komen. Zalig Kerstmis.
Miel Erpelinck
BIJBEllEESROOSTER
20 november
2 Samuël 5,1-3
Kolossenzen 1,12-20
Lucas 23,35-43
27 november
Jesaja 2,1-5
Romeinen 13,11-14a
Matteus 24, 37-44
4 december
Jesaja 11,1-10
Romeinen 15,4-9
Matteus 3, 1-12
11 december
Jesaja 35,1-6a.10
Jakobus 5,7-10
Matteüs 11,2-11
18 december
Jesaja 7,10-14
Romeinen 1,1-7
Matteüs 1,18-24
24 december
Jesaja 9,1-3.5-6
Titus 2,11-14
Lucas 2,1-14
25 december
Jesaja 52,7-10
Hebreeën 1,1-6
Johannes 1,1-18
31 december
1 Johannes 2,18-21
Johannes 1,1-18
1 januari
Numeri 6,22-27
Galaten 4,4-7
Lucas 2,16-21
8 januari
Jesaja 60,1-6
Efeziërs 3,2-3a + 5-6
Matteüs 2,1-12
15 januari
Jesaja 49, 3 + 5-6
1 Korinthiërs 1, 1-3
Johannes 1, 29-34
22 januari
Jesaja 8,23b-9:3
1 Korinthiërs 1,10-13,17
Matteüs 4,12-23
29 januari
Sefanja 2,3+3,12-13
Korinthiers 1, 26-31
Matteus 5,1-12a
5 februari
Jesaja 58,7-10
1 Korinthiërs 2,1-5
Matteus 5,13-16
12 februari
Sirach 15,15-20
1 Korinthiërs 2,6-10
Matteüs 5,17-37
19 februari
Leviticus 19,1-2,17-18
1 Korinthiërs 3,16-23
Matteüs 5,38-48
van de pastores
BIJ DE ScHRIfTlEZINGEN IN DE ADVENT EN KERSTTIJD