Regioblad februari 2020

6 - Regioblad Vijf jaar geleden nam Ad officieel afscheid van onze parochie. Begin 2015 vroeg het bisdom hem om een project te starten met en door baanlozen in Bergen op Zoom. Dat betekende het einde van zijn vijftienjarig dienstverband met de Elisabeth-parochie. Op 1 mei 2017 werd het project Uitzicht door Inzet afgesloten en ging Ad met pensioen. Weliswaar ging hij daarna nog regelmatig voor in onze parochie, maar in zekere zin verdween hij naar de achtergrond. Tijd voor een terugblik. Waar ben je sinds je pensioen vooral mee bezig geweest? Ik heb het afgelopen jaar in Terneuzen een achttal studiebijeenkomsten gegeven over de historische Jezus. Veel mensen hebben een romantisch beeld van hem, zoals op heiligenplaatjes. Maar eigenlijk weten we heel weinig van hem, en wat we weten blijkt ook nogal gekleurd door de latere kerk. De reacties van de deelnemers waren positief, ook al heb ik flink aan de verf gekrabd. Ik zou die bijeenkomsten dit jaar in Hulst of Oostburg willen aanbieden. En ik werk aan een vervolg: Paulus, Johannes en latere teksten zoals de klassieke geloofsbelijdenissen. Daarnaast verzorg ik voor het regioblad de rubriek Krenten uit de Bijbelse pap, over de zondagslezingen. En ik ben betrokken bij initiatieven om bijeenkomsten van Bezield verband uit Den Bosch hierheen te halen. Dat is een initiatief van de Zusters van Liefde. Hoe kwam je bij die bijeenkomsten over de historische Jezus? Dat is eigenlijk een vervolg op de lezinggesprekken die ik vanaf najaar 2013 net als mijn oud-collega's op zondagmorgen in Terneuzen hield. Ik merkte daar dat veel deelnemers de zondagslezing als bekend veronderstelden. Maar wanneer we nauwkeuriger gingen lezen en ze ook in de historische context plaatsten, dan ging er voor hen vaak een wereld open. Ook in mijn overwegingen heb ik altijd veel aandacht besteed aan de feitelijke context. Omdat die sterk afwijkt van onze tijd en situatie, is uitleg geboden. Vaak wordt door voorgangers gedaan alsof de teksten eeuwigheidswaarde hebben. Dat is voor mij niet zo. We moeten ze plaatsen in de tijd waarin ze ontstonden en ze als het ware 'vertalen' naar nu. En daar bleek veel behoefte aan. Reden waarom ik die studiebijeenkomsten heb gegeven. Hoe kijk jij tegen de ontwikkelingen van de laatste jaren aan? Die stemmen mij niet vrolijk. Dan doel ik niet op de krimp, maar op de manier waarop de kerkleiding daarmee omgaat. Het is voor mij duidelijk dat op dit moment in de Nederlandse kerkprovincie de leer boven het leven gaat. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de brief Wordt andere mensen, met een nieuwe visie die onze bisschop in 2017 schreef. Parochiële activiteiten starten voor hem bij Christus en de eucharistie. Daarnaast zijn catechese en evangelisatie broodnodig. En de diaconie mag als sluitsteen fungeren (zie ook Mallon). Dat is een klassieke benadering. Voor mij is sámenzijn essentieel voor kerkzijn. Kerk start voor mij bij mensen. Waar leven wordt gedeeld, kan God oplichten, zoals Jezus ons liet ervaren. Godsontmoeting is overigens geen 'bezit' van de kerk, zij maakt die hooguit mogelijk. Dat besef zou binnen de kerk tot bescheidenheid mogen leiden, maar daar merk ik weinig van. Veel gelovigen van hoog tot laag spreken alsof ze precies weten wat God wil en doet. Ik noem dat menselijke overmoed. De kerkleiding is vandaag de dag vooral bezorgd over de geloofsinhoud en laat zich aan persoonlijke geloofsbeleving weinig gelegen liggen. Die beleving kent tal van verschijningsvormen. Er zijn mensen die op klassieke manier kerk zijn, met traditionele geloofsinhouden en -vormen zoals processies en aanbidding, en mensen die dat op moderne manier zijn, bijvoorbeeld met Oosterhuis of Anselm Grün als inspirator. En daartussenin nog vele varianten. Mét de nadruk op de leer neemt ook de eenvormigheid toe. Dat veroorzaakt spanning tussen de varianten. Mensen vertellen mij dat ook. Na jaren van relatieve veelvormigheid en zelforganisatie onder Miel hebben sommigen het gevoel van bovenaf in een keurslijf te worden gedrukt, dat niet het hunne is. Het doet hen denken aan de jaren vijftig, jaren die tot hun opluchting verleden tijd leken. Anderen daarentegen juichen het toe dat de traditie in ere is hersteld, dat de ware eucharistie wordt gevierd, dat de priester weer centraal staat enzovoort. De grote kunst lijkt mij te zijn om niet te vervallen in de fout van de jaren 60/70 van de vorige eeuw, toen aan de klassieke geloofsbeleving soms abrupt een halt werd toegeroepen. Datzelfde lijkt nu in omgekeerde richting te gebeuren. Mijns inziens staan we voor de keuze of we een brede katholieke parochie willen zijn, of niet. Of veelvormigheid in geloven mogelijk blijft dan wel eenvormigheid de enige optie is. De ontwikkeling in de richting van een missionaire kerk naar het model van Mallon vind ik erg klassiek. Mallon wil de wereld voor God winnen, maar het gekke is nu juist dat die wereld allang van God is. De kerk heeft God niet in pacht. De ENIGE gaat zijn eigen mysterieuze gang, onnavolgbaar als altijd. Verrast deze ontwikkeling jou? Nee. Eigenlijk kwam die al op gang tijdens het Tweede Vaticaans concilie (1962-1965). Daar bleken de bisschoppen verdeeld in een vooruitstrevende en een behoudende vleugel. Die vleugels bestonden ook in Nederland – denk aan het Pastoraal concilie van Noordwijkerhout (1966-1970). Rome dacht dat de toenmalige Nederlandse bisschoppen de traditie loslieten en benoemde prompt op vacante zetels meer Romegetrouwe opvolgers, te beginnen met bisschop Simonis in Rotterdam (1970) en bisschop Gijsen in Roermond (1972). Onder paus Johannes Paulus II (1978-2005) en zijn opvolger paus Benedictus XVI (2005-2013) werd dat beleid. Vandaag de dag lijkt het Nederlandse episcopaat zelfs Roomser dan de paus. Wat paus Franciscus over evangelisatie zegt, wordt door hen vanuit het verleden ingevuld. Het lijkt net alsof ze een stuk uit de geschiedenis willen wegknippen. Maar oude wijn brengt de kerk niet bij de tijd, ook niet als je die in nieuwe zakken zoals de Alpha-cursus doet. Wat zou volgens jou dan geboden zijn? Allereerst: accepteer van hoog tot laag het feit dat er verschillende richtingen in onze kerk zijn en erken de legitimiteit daarvan (zie Paulus met zijn beeld van het lichaam van Christus). Daarnaast: accepteer de moderne wereld. Sinds de Renaissance staat daarin de mens centraal. Autonomie, individualiteit en zelfontplooiing zijn fundamentele waarden geworden voor met name westerse mensen. Start vanuit die twee gegevens als kerkleiding een open dialoog met alle gelovigen en KRABBEN AAN DE VERF… Een interview met Ad van Loveren

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=