Regioblad maart 2018

Regioblad - 9 GEBRUIKEN ROND PINKSTEREN Ook met Pinksteren zijn niet zoveel volksgebruiken rechtstreeks te verbinden. Op een paar uitzonderingen na zijn de gebruiken in zoverre ze nu nog bestaan eerder in verband te brengen met meifeesten, feesten ter verwelkoming van de zomer. De Pinksterduif Uit de Middeleeuwen stamt het gebruik om tijdens het zingen van de sequentia Veni Sancte Sprititus een houten duif vanuit het gewelf in het kerkgebouw te laten neerdalen. Op sommige plaatsen liet men intussen brandende vlaspluisjes of rode rozenblaadjes over het volk neerdwarrelen, dit terwijl de misdienaars allerlei gedruis moesten maken om aldus het gedruis waarvan het pinksterverhaal spreekt ervaarbaar te maken. Weliswaar is de duif geen oorspronkelijk pinkstersymbool; zij werd vanuit het verhaal van Jezus´ doopsel ermee verbonden. Het pinkstervuur Een gebruik dat duidelijk te verbinden is met het pinkstergebeuren is het aansteken van het pinkstervuur. Hierdoor ervaart men de gloed en kracht van de Geest. De rondspringende vonken zijn in staat nieuwe kleine branden aan te steken, zodanig dat de woorden van Jezus hierdoor duidelijk in beeld worden gebracht. De weide waarop vroeger het pinkstervuur gewoonlijk werd aangestoken, werd overigens pinksterweide genoemd. In onze huidige verstedelijkte samenleving zal het echter veelal moeilijk zijn om zulke vuren aan te steken. Dit geldt trouwens ook voor het vuur tijden de paaswake. Overigens heeft het gebruik van het pinkstervuur het nadeel als doublure van dit vuur tijdens de paaswake gezien te worden. Dit laatste kan ook gezegd worden van een nieuw gebruik dat men hier en daar tracht in te voeren, namelijk het aansteken van pinksterkaarsen. Het inhalen van de pinksterbruid In oorsprong eerder een symboolhandeling voor het verwelkomen van de zomer die zijn intrede maakt, is het inhalen of vertonen van de pinksterbruid. Het gebruik bestond erin dat een met allerlei bloemen getooid meisje door haar gezellinnen werd rondgeleid en door de mensen met allerlei gaven beloond werd. De luilak, ´luie motte´ of langslaapster Eveneens te verbinden met het begin van de zomer is het gebruik waarbij men een langslaper ´s morgens uit zijn of haar bed haalt en bijvoorbeeld op een met bloemen versierde ladder rondvoert onder het zingen van allerlei luilakliederen. Bedoeling is: nu de zomer in het land is, moet er gewerkt worden en moeten de luieriken worden uitgebannen. De pinkster- en meiboom Het planten van de met allerlei bloemen, linten en wimpels versierde pinksterboom symboliseert eveneens het verwelkomen en huldigen van de zomer die vruchtbaarheid moet brengen. Dit gebruik is een variant van de zogenoemde meiboom. Omdat mei immers de Mariamaand bij uitstek is, werden vroeger ook nog meibomen voor de Mariakapelletjes geplant, wat gepaard ging met dans en gezang en het drinken van het meibier (variant: pinksterbier) of meidrank, bereid uit witte wijn, suiker en de bloesems van het in mei bloeiende lievevrouwebedstro (asperula odorata). Het was eveneens de gewoonte om begin mei een versierd meiboompje te planten voor de woningen van huwbare meisjes of dat een jongen dit deed voor het huis van zijn geliefde. Overigens is de gewoonte blijven bestaan om versierde boompjes te planten om iemand te huldigen, zo bijvoorbeeld bij de eremis van een pasgewijde priester, bij een huwelijk of bij een huwelijksjubileum. Op vele plaatsen bestonden de meigilden die begin mei de meiboom plantten. Ze werden geleid door de meigraaf, die een groene krans om het hoofd droeg. Terwijl het volk toepasselijke liederen zong, koos hij een van de jonge meisjes als meigravin uit. In Brussel en Leuven wordt nog steeds een ´meiboom´ geplant, maar dan wel op de vooravond van Sint-Laurentius (10 augustus). De Brusselaars moesten hun boom planten vóór 17u. anders zou het voorrecht, dat verleend zou zijn door hertog Jan III, overgaan naar Leuven. In 1939 ontfutselden de Leuvenaars de boom van de Brusselaars en sindsdien planten beide steden hun meiboom. Pinksterbloemen Meerdere bloemen die rond Pinksteren bloeien, worden pinksterbloemen genoemd, zoals de boterbloem (ranunculus), de koekoeksbloem (coronaria flos cuculi) en de gele lis (iris pseudacorus). Meer specifiek wordt hiermee de plant met geveerde bladeren en lila bloemen (cardamine pratensis) bedoeld. Ook spreekt men van pinksterrozen. Pinksterkroon De pinksterkroon is een krans van groen en bloemen die met Pinksteren wordt opgehangen. Een bijzondere vorm is deze die onder meer in Deventer voorkwam, waarbij de hoepel en spaken herinneren aan het zonnerad, het hoof opstijgen van de zon tijden de zomermaanden. Bedevaarten De tweede en derde pinksterdagen waren ook als vrije dagen voor de gelovigen van oudsher bekend voor allerlei bedevaarten of ´begankenissen´ zoals de volksmond ze noemde, vooral deze die beperkt waren in afstand en meestal te maken hadden met genezingen die men verbonden zag met bepaalde heiligen. Op verschillende plaatsen trok men in de pinksterdagen bijvoorbeeld naar Sint-Cornelius om bescherming voor het vee af te smeken of naar Sint-Leonardus tegen reuma. In Anderlecht is er nog steeds de paardenommegang ter ere van Sint-Guido.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=