Regioblad juli 2018

Regioblad - 9 WEG UIT SLUISKIL Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort. Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat ik u wijs. Here God wij zijn vervreemden door te luisteren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar ’t nieuw Jerusalem. Deze tekst kwam in mijn gedachten toen ik besloot te schrijven over mijn vrij plotselinge vertrek uit Sluiskil. Breek uw tent op. Hier zit haast achter-’n gebod. Het is mijn vrije keus geweest-versneld doordat ik weer flink last had van mijn rugprobleem. De haast kwam, omdat ik wachtte voor opname in Tilburg. Mijn medezusters wilden dat ik zelf aanwezig zou zijn op de verhuisdag. En toen kwam er veel op me af. Jaren geleden was ik gewaarschuwd om op te ruimen. Dit heb ik geprobeerd, maar door de rommelmarkten die ik deed kwam er alleen maar meer bij. Van alle hulp die ik gaf bij de verhuizing van anderen of leegmaken van de kerk en RPC bleven er spullen, die nog bruikbaar waren, over en vonden dan-tijdelijk of langer-bij mij wel een plaatsje. Nog bruikbare dingen gooi je niet weg-van thuis meegekregen! Geven is gemakkelijker dan vragen! Doordat ik altijd sterk was en alles aankon heb ik veel voor anderen kunnen doen. Ik heb altijd gedaan wat ik dacht dat ik moest doen. Gewoon mijn levensinstelling. Niks eigenbelang of om gezien te worden. En dan stond ik voor verhuizen en met weinig energie en kunnen. Ja, toen moest ik wel om hulp vragen. Met enige schrik heb ik het gedaan. Ik belde naar Marcel van de Branden en toen kwam van het één het ander. Sjaak Doeselaar werd gevraagd voor een kar. José Vanhijfte regelde een container. Rinus en Ronnie van de begraafplaatsgroep kwamen helpen. Jenny de Wolf kwam, gewapend met stanleymes, om deze plat te maken. Ik moest op een stoel gaan zitten en zeggen waar wat moest komen te staan. Nou, baas spelen ligt mij niet echt-ben een doener en bedenker hoe iets op te lossen. Als na heel hard werken ieder die meehielp weg was kon ik met een zeer goed gevoel op adem komen. De mannen hadden de plattegrond van de nieuwe woning gezien en er werd gezegd: “Al die spullen krijg je er niet in”. Dit is niet goed ingeschat, want ik heb heel veel loopruimte in huis. En Sofie Peeters kwam zondagmiddag bij mij-wij dronken wat-en toen zei ze: “Zullen we beginnen?”. Ik was vergeten dat we dit afgesproken hadden. Zij zou komen helpen. De kledingkast maakten we leeg. Om de verdere dozen te vullen kwamen er 2 Brabantse vriendinnen. Het was aanpoten, maar ze hebben ook met me zitten spotten. Een van hen zei tegen me: “Je krijgt een cultuurshock“-mijn manier van leven zou ik achter me moeten laten!. Dat wist ik eigenlijk al wel. Het was een drukke tijd, die ik heb gehad. Tot overmaat van ramp kwam ik de avond voor de verhuizing klem te zitten met mijn pink tussen de klep van de auto. Gelukkig had ik goede buren, die met me naar de HAP wilden gaan. Met een paar hechtingen en verband kon ik weer naar huis terug. ’t Lied zegt verder: heimwee spoort hem aan en hunkerend naar hun oude land. Beide regels zijn niet op mij toe te passen. Heimwee ken ik niet en wat geweest is ligt achter me en laat ik gewoon los. Het leven hier is echt anders geworden-ik ben een nieuwe levensfase ingegaan. Ik denk met plezier terug aan wat is geweest. Weer zit ik bij het zangkoor en men zegt dat ze blij met me zijn! Zr. Wivina Het nieuwe adres van zuster Wivina Luijkx is Bisschopsmolenstraat 318, 4876 AS Etten-Leur In alle katholieke kerken zie je een godslamp, ook in die van Terneuzen, Philippine en Zuiddorpe. Wat betekent die godslamp voor de liturgie en waarom brandt die lamp altijd? De godslamp is een olielampje op het priesterkoor in de buurt van het tabernakel. Deze lamp blijft altijddurend branden (dag en nacht) zolang het heilig Sacrament, de ciborie met gewijde communies, in het tabernakel aanwezig is. De godslamp getuigt van Christus' werkelijke tegenwoordigheid. De lamp brandt op bijenwas of plantaardige olie. Dikwijls is het een rijk versierde (edel) metalen houder. Wanneer zich in het tabernakel geen geconsacreerde hosties bevinden, brandt de lamp niet. Vroeger was de godslamp altijd een hanglamp met drie kettingen. Drie is een heilig getal, dat doet denken aan de heilige Drie-eenheid. De godslamp hangend aan drie kettingen is nog steeds het meest voorkomende model. Tegenwoordig zijn er echter ook godslampen die met een arm aan de muur bevestigd zijn. Soms zelfs, zie je ook een eenvoudig rood glas met een olieampul op of vóór het tabernakel staan, die dienst doet als godslamp. Meestal hebben godslampen een rood glas, dit om de lamp duidelijk te onderscheiden van de 'gewone' kaarsen en lampen in de kerkruimte. Op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille zaterdag is het tabernakel leeg. De deurtjes staan open en de godslamp is gedoofd; het heilig Sacrament is dan immers niet aanwezig. In sommige kerken wordt tijdens de viering op een van deze dagen desondanks de heilige communie  uitgereikt. Dan worden de hosties uit de sacristie gehaald, waarbij een misdienaar een brandende kaars draagt als godslamp. DE GODSLAMP

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=