Regioblad november 2017

Regioblad - 5 BIJBELLEESROOSTER 3 december Jes. 63, 16b-17+19b+64 1Kor. 1,3-9 Mc 13,33-37 10 december Jes.40,1-5+9-11 2 Petr.3,8-14 Mc.1,1-8 17 december Jes. 61, 1-2a+10-11 1Tess.5,16-24 Joh. 1, 6-8+19-28 24 december Jes. 9,1-3+5-6 Tit.2,11-14 Lc. 2,1-14 25 december Jes. 52,7-10 Heb.1, 1-6 Joh. 1,1-18 31 december Sir. 3,2-6+12-14 of Kol.3, 12-21 of Lc. 2,22-40 Gen. 15,1-6+21,1-3 Hebr 11,8.11-12.17-19 1 januari Num. 6, 22-27 Gal. 4, 4-7 Lc 2, 16-21 7 januari Jes. 60,1-6 Ef. 3,2-3a+5-6 Mt. 2,1-12 14 januari 1 Sam. 3, 3b-10+19 1 Kor. 6,13c-15a Joh. 1, 35-42 21 januari Jon. 3,1-5+10 1 Kor, 7,29-31 Mc. 1,14-20 28 januari Deut. 18, 15-20 1 Kor. 7,32-35 Mc. 1,21-28 4 februari Job 7, 1-4+6-7 1Kor. 9,16-19+22-23 Mc. 1, 29-39 BIJ DE SCHRIFTLEZINGEN OP KERSTAVOND EN EERSTE KERSTDAG Natuurlijk weet ik niet, wat voor een ‘kerst’- gevoel mensen hebben die op Eerste Kerstdag naar de kerk komen. Wellicht hebben zij hun huis opgesierd met een kerstboom en veel licht en groen en rood. En als de kinderen nog klein zijn hebben ze ook nog een kerststal, want daarin wordt het kerstverhaal uitgebeeld. Om maar niet te spreken van de oma’s, die de oude beelden nog bewaard hebben, en die ze wellicht met veel weemoed weer voor de dag gehaald hebben… Maar dan kom je op Eerste Kerstdag in de kerk, en dan valt er niets te horen over het kindje in de kribbe, niets over zingende engelen en ‘vrede op aarde’, geen herder die op wacht ligt in de bittere kou, niets van dat alles. Alleen het stijfdeftige “In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”. Van heel de kerstsfeer, die zelfs op straat te horen is in de jingelbells, is er geen sprake. En een stille nacht hoef je bij die teksten ook niet te zingen, bovendien is de dienst om half elf in de morgen begonnen! Om nog maar een keer hetzelfde liedje te zingen: er zijn vier evangelies: Marcus, Mattheüs Lucas en Johannes. En hoewel men terecht zegt, dat Marcus, Mattheüs en Lucas op elkaar lijken, zijn ook deze drie heel verschillend, om over Johannes maar te zwijgen. Marcus heeft over de geboorte en de jeugd van Jezus niets. Hij begint meteen met de doop en de prediking van Jezus en helemaal aan het begin staat ‘Zoon van God’. Maar bij Mattheüs en Lucas zie je dan, wat alle eeuwen door het geval is geweest en zal zijn: als iets onbekend is, dan moet je dat uitleggen, dus vertel je een verhaal. M.a.w. als het je overtuiging is, dat Jezus Zoon van God, was hij dat dan altijd? Marcus zegt daar niets over, maar Mattheüs en Lucas vullen dat in, of vullen dat gebrek aan kennis op met hun ‘geboorte-verhalen’, die alleen bij hen voorkomen, maar die bovendien ook zeer verschillend zijn van elkaar. En het leuke is, tenminste dat vind ik, dat dat proces nooit meer gestopt is. Het heeft geleid tot een nieuwe ver-beelding in de kerststal in al zijn soorten en maten. Al die verhalen en al die ver-beeldingen zeggen dus niet: zó is het echt gebeurd, maar… dit is ons geloof, onze overtuiging. Lucas vult zijn eerste hoofdstukken met de geboorte en de jeugdjaren van Jezus. De messias, een titel die Jezus had in de dagen van Lucas, rond het jaar 80, moest komen uit het huis van David, dus uit Bethlehem. Lucas heeft het ook over een volkstelling. In de vorige eeuw heeft men proberen aan te tonen, wannéér die volkstelling er is geweest, want dan was het mogelijk het jaar van de geboorte van Jezus vast te stellen! Tevergeefs. Men had niet door, dat het ook bij Lucas gaat om een verhaal, dat wil overtuigen. Daarom voert Lucas keizer Augustus op. Tegenover de macht van de Romeinen, gebouwd op wapens en belasting naar willekeur, staat God met zijn vrede, die in Jezus duidelijk wordt tot op zijn dood aan het kruis. Jezus stamde af van de herder David, die geroepen werd vanachter zijn kudde schapen om tot koning gezalfd te worden. Vandaar de herders in het veld. Het zegt niets over de rijkdom of de armoede van de ouders van Jezus. Op de armoede wordt soms de nadruk gelegd, want dat klinkt zo lekker weg, maar het staat er niet. Het belangrijkste is het woord van de engel, een boodschap van Godswege, zoals je dat in het Oude Testament bijna op iedere bladzijde vindt: “Heden is u redder geboren”. Heden is niet 25 december van een onbekend jaar, maar vandaag, zondag 15 oktober 2017 als ik dit schrijf, of ergens in december als u dit leest, of 24 decmber 2017 als het verkondigd wordt in Terneuzen, Philippine en Zuiddorpe….en alle tijden, als je het wilt zien. Maar dan Johannes. Voor Johannes is het vanzelfsprekend dat Jezus de Zoon van God is. Er is een innige verbondenheid tussen Zoon en Vader. Johannes heeft net als Marcus niets over de geboorte en de jeugd van Jezus. Hij begint zijn evangelie heel plechtig: Christus wordt het Woord genoemd, dat vanaf het begin bij God is, dus vóór er nog maar iets was. Dat Woord is ook het Licht, dat alle duisternis van de wereld overwint. Daarmee staat het Woord tegenover de wereld. Dat Woord is in Jezus mens geworden en heeft dus in een mens onder ons gewoond. Als wij dat geloven, dus als dat onze overtuiging is, dan kunnen wij kinderen van God worden, mensen van het Licht, levend in het Licht. Hoewel Mattheüs met Kerstmis niet aan het woord komt, speelt zijn evangelie in de kersttijd een grote rol. Wijzen uit het Oosten komen naar het licht, want ze hebben zijn ster gezien en weten: nu is het zover. De enige, echte koning is geboren. Maar al vanaf het begin staat het leven van die koning onder de doodsdreiging van Herodes, die het kind zoekt te doden en daarmee ook het licht. De Wijzen uit het Oosten nemen Herodes bij de neus. Het kind vlucht met zijn ouders naar Egypte, zodat Jezus, net als Mozes uit Egypte kan terugkeren om zijn volk de weg te wijzen. Wij weten hoe die Wijzen geworden zijn tot Drie koningen, die een naam kregen, etc. De ver-beelding is met dit verhaal en met alle kerstverhalen op de loop gegaan. Dat heeft niet alleen geleid tot verhalen, maar ook tot liederen (Nu zijt wellekome o.a.) en tot beelden in allerlei soorten en maten. Prachtig vind ik dat. Ik wens u Zalig Kerstmis. Miel Erpelinck

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=